dinsdag 23 augustus 2016

Hoe tolerant dien je te zijn jegens intolerantie

Tolerantie (c.q. compassie, naastenliefde) is een belangrijk begrip binnen het Boeddhisme welke enige uitleg nodig heeft om te kunnen begrijpen. Het begrip 'tolerantie' gaat namelijk altijd gepaard met 2 vragen:

- hoe tolerant kun je (inherent) zijn
- hoe tolerant dien je te zijn

Bij boeddhistische meditatievormen zoals Metta of Tonglen ga je de liefde welke je voelt voor je geliefden uitdragen naar diegene die je niet tot je geliefden of zelfs tot je vijanden rekent. Dit is doorgaans een confronterende les in voorwaardelijke versus onvoorwaardelijke liefde en laat ook diens begrenzingen in jou zien inclusief de vraag; hoe tolerant ben ik eigenlijk?

Tolerantie leeft bij de gratie van een klein ego. Hoe groter het ego hoe belangrijker jij jezelf en je eigen standpunten vindt des te intoleranter je bent. Het boeddhisme meent dat je zo tolerant mogelijk moet zijn, maar niet altijd tolerant dient te zijn.

Er zijn 2 situaties waarin je niet tolerant dient te zijn. De eerste is als iemand bewust inherent lijden creëert bij een ander. De tweede is als de ander zelf intolerant is; het is onjuist tolerantie op te brengen voor iemand die zelf (inherent)  intolerant is, doch moet je zelf wel (inherent) tolerant daarvoor zijn.

Intolerantie heeft dus te maken met een te groot ego en vandaaruit onjuiste inzichten die aanzetten tot begeerte of aversie. De handelingen die hieruit voortkomen zijn altijd laakbaar en die verdienen geen tolerantie. Dit onjuiste inzicht creëert altijd inherent lijden en komt voort uit onjuist inzicht en dit kan een systeem of geloof zijn. Tolerantie hiervoor opbrengen is ruimte scheppen voor zowel het onjuiste inzicht als voor het inherente lijden welke hieruit voortkomt.

Zodra de tolerante tolerantie gaat opbrengen voor de intolerante krijgt de intolerantie ruim baan en moet de tolerantie inboeten.

Het lijkt zeer intolerant als de tolerante geen tolerantie opbrengt voor de intolerante, maar uit naam van de tolerantie (wat de tolerante inherent wel is) is dit het meest tolerante wat hij kan doen.

dinsdag 16 augustus 2016

Beheers u (of draag een burka)

En daar sta je dan, op de Olympische Spelen.
Jarenlang getraind, veel voor opzij geschoven en dan speel je eindelijk op de Copacabana in Rio de Janeiro. En prachtige plek, lekker temperatuurtje, ideale omstandigheden. Zou je zeggen.

Deze mevrouw maakt het zichzelf moeilijk door een allesbedekkend pakje aan te doen. Gezien het zweet op haar gezicht heeft ze het warm en gezien haar kledij kan ze weinig met deze warmte.
Deze mevrouw heeft niet zelf gekozen voor dit pakje, dit moet. Van haar geloof, van haar land, van haar publiek, van haar coach en van haar Olympisch comité die allemaal hetzelfde rare geloof hebben. En van dat geloof moet zij dat pakje aan.

In Nederland is het eindelijk eens lekker warm en iedereen gaat gelijk naar buiten in zomerse kledij. Korte broek, lange broek, rokje, jurk, korte of lange mouwen, wat jij wil. En wat iemand wil dragen aan kledij is altijd wel op te merken. Wat iemand niet wil dragen aan kledij is overigens ook goed op te merken. En met 28 graden wil een vrouw geen allesbedekkende kleding dragen. Helemaal niet als manlief naast haar een polootje, shorts en slippers draagt.

Het grappige is dat het juist die man in zomerkledij is die de vrouw verbiedt zomerkledij te dragen. Volgens zijn geloof moet de vrouw zich wapenen tegen de man. Zijn geloof zegt dat de man zich niet weet te beheersen als de vrouw vrij is in haar keuze van kledij. En in plaats dat zijn geloof hem leert zich wel te beheersen gaat zijn geloof uit van onderdrukking geleid door angst. En daarom moet de vrouw een mal pakje dragen en mag de man dragen wat hij wil. Vrouwen weten zich namelijk beter te beheersen dan mannen en zijn geloof is bedacht door een man, niet door een vrouw.

Elk geloof die uitgaat van angst en onderdrukking is een fout geloof. Een geloof dient de mens uit te leggen wat angst is en hoe om te gaan met deze angst. Geloof moet gaan om vrijheid, tolerantie en inzicht. En aangezien geen enkel geloof dat gelooft kan je beter niet geloven. Dat scheelt een hoop.

Deze mevrouw heeft het niet ver geschopt op de Olympische spelen. In hoeverre haar malle pakje daaraan heeft bijgedragen is een kwestie van gissen, het zal haar in ieder geval niet geholpen hebben. Waarschijnlijk zit ze nu op de vlucht terug en loopt ze straks in Caïro rond in wederom een allesbedekkend pakje, in 40 graden plus. Omdat mannen zich niet kunnen beheersen.
Volgens haar geloof.